Wát ik heb gelezen weet ik nog niet precies. Maar de twee gedichten van Rui Cóias, die Harrie Lemmens vertaalde voor Terras, zijn iets bijzonders. Ik heb ze nu een keer of drie hardop voorgelezen en hoop ze na de zesde keer, zo ongeveer, te doorgronden. Lemmens over het werk van deze dichter: ‘Thematiek en focus verschuiven voortdurend van ruimte naar tijd en van persoonlijk naar algemeen. Reizen, of misschien liever verplaatsingen, gaan via prachtige beelden een verbinding aan met het landschap en het eigen en collectieve geheugen.’ Meer werk van Cóias vindt u hier. En op de website Zuca Magazine.
Bij datgene waardoor we herhaaldelijk worden meegevoerd,
hunkerend naar wat zich in de volgende bocht vertoont,
met onze hand op de kastanjebomen waar we
onze namen in kerven, onze verhinderde eenzaamheid,
keren we altijd om op het punt waar alles herhaald wordt en begint
en waarvan we slechts een minuut, een ogenblik bereiken,
het snijvlak van het jaar dat voorbij gaat en het jaar dat komt.